Wettelijke regels voor de bestrijding van plaagdieren
U moet aanwezigheid van plaagdieren bestrijden en/of voorkomen. Het nalaten ervan kan leiden tot overtreding van de hygiënecodes, voedselveiligheid, dierenwelzijn en verschillende wetten waaronder:
- De Arbowet (zie Artikel 1, lid 1 en lid 2). Volgens dit artikel worden werkgevers verplicht een veilige en gezonde werkomgeving te creëren. Het onjuist beheren van plaagdieren kan leiden tot een verhoogd risico op ziekten, wat in strijd is met deze wetgeving.
- Het Burgerlijk Wetboek (zie Boek 6, Artikel 162). Volgens dit artikel kunt u aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade voortkomend uit onrechtmatige daad, waaronder nalatigheid.
- De Woningwet (zie Artikel 1a, Lid 1 en 2). Deze artikelen verplichten eigenaren om panden in een staat te houden die geen gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid. Dit geldt voor zowel particuliere woningen als bedrijfspanden, en zowel voor huurders als verhuurders.
Andere wettelijke regels bij de bestrijding van plaagdieren
Bij de bestrijding van plaagdieren gelden meer wettelijke regels:
- In Nederland moeten bestrijders van plaagdieren voldoen aan de regels van vakbekwaamheid. Op de site van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILenT) vindt u meer informatie.
- De Wet Natuurbescherming (zie paragraaf 3.6 – artikel 3.24 en paragraaf 3.3 – artikel 3.10) bepaalt welke plaagdieren mogen worden bestreden binnen gebouwen. Deze wet voorkomt onnodig dierenleed bij de bestrijding van plaagdieren.
- De Europese Biocide Verordening (EU) 528/2012 regelt het in de handel brengen en gebruiken van biociden, waaronder middelen tegen plaagdieren. De wet eist dat de middelen op een veilige manier worden gebruikt. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) oordeelt of een middel in Nederland verkocht en gebruikt mag worden. Dit College is een zelfstandig bestuursorgaan.